|
||||||||
Wie het Vlaamse folkwereldje een beetje volgt, trekt wellicht geen grote ogen bij het lezen van de naam van Hartwin Dhoore: de man draait intussen toch al een dikke vijftien jaar mee aan de top en met broers Ward en Koen werden ze al gauw, als Trio Dhoore, erg graag geziene gasten over heel Europa. Hartwin is, naast een begenadigd accordeonist, ook een bijzondere componist, die de fijnste melodieën weet te bedenken en die ook nog eens te boek stelt, zodat, wie dat wil, de liedjes kan (leren) meespelen. De liefde en de muziek dreven hem naar Estland, van waaruit hij met de band Estbel een heel apart soort Pan-Europese folkmuziek op de wereld loslaat, maar ondertussen blijkt hij toch nog voldoende tijd gehad te hebben om te werken aan deze “Waterman”, zijn debuut onder eigen naam, dat trouwens in Estland al genomineerd als “beste debuut van het jaar”, nog voor de plaat verscheen. Dat wil duidelijk wel wat zeggen over de appreciatie die Hartwin ginds geniet, want de Estse folkscene is behoorlijk levendig en druk bevolkt, zoals u de jongste tijd wel vaker kon lezen in deze kolommen. De debuutplaat, dus: die bulkt eigenlijk gewoon van de eenvoud: alles wat je hier hoort (10 nummers, 37 minuten) lijkt zo vanzelfsprekend uit de accordeon van Hartwin te komen, dat je zou zweren dat de muziek er altijd al was, maar gewoon zat/lag/hing te wachten tot ze door iemand opgepikt werd. Zelf maakt Hartwin op de binnenhoes gewag van “calming tunes”. “Kalmeermelodieën”, die hopelijk de luide en drukke wereld waarin we leven, wat stiller en rustiger maken. Zo is het maar net en de omschrijving van “muzikaal chocolaatje voor bij de koffie” kan ik ook goed begrijpen: dit is namelijk muziek waar je ongemerkt inderdaad rustig bij wordt. Voor sommigen zal een solo-accordeonplaat misschien wat lastig om verteren zijn, maar ik denk dat dit toegankelijk moet zijn voor iedereen, die ook maar een béétje moeite wil doen om hier “in te komen”. Aan de schoonheid van de melodieën en van het spel op zich, zal het alvast niet gelegen zijn: dit is vanzelfsprekend klinkende, hedendaagse folkmuziek, waarin Dhoore niet alleen zijn virtuositeit etaleert, maar vooral zijn vermogen om een aantal sferen op te roepen en in muziek om te zetten. De zee en het water spelen een prominente rol op de plaat, die haar titel ontleende aan het sterrenbeeld van haar maker. Nummers werden “Lighthouse”, Coastal Walks” “Waves” of “For Those at Sea”“Sailors” genoemd en Dhoore laat horen dat hij van vele walletjes kan eten en vele stijlen beheerst, zonder dat hij echter ook maar één moment in kunstjesmakerij vervalt. Hier is een uzikant bezig, die zijn instrument in vele talen kan laten spreken, maar die daarbij oor blijft hebben voor de eigen accenten van elk van die talen of stijlen. Zelf ben ik onvoorwaardelijk omvergeblazen door “Lighthouse”, dat ik een ronduit fantastische rêverie vind, maar ik weet, na menige beluistering van deze subtiele plaat, dat elke rechtgeaarde volksmuziekliefhebber hier wel zijn gading kan in vinden. Ik zei het eerder al: in Estland zijn ze goed bezig. Wij kunnen niet achterblijven en dus mogen ook hier de nominaties volgen! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||